Ungarisch | Holländisch |
---|---|
halk melléknév | zacht◼◼◼bijvoeglijk naamwoord geruisloos◼◼◻bijvoeglijk naamwoord gedempt◼◼◻bijvoeglijk naamwoord |
halkan határozószó | zachtjes◼◼◼bijwoord |
halkan melléknév | zacht◼◼◼bijvoeglijk naamwoord |
halkereskedő főnév | visboer◼◼◼m visser◼◼◼m vishandelaar◼◼◻m |
hall | horen◼◼◼ hal◼◼◻o |
hall ige | verstaan◼◼◻werkwoord aanhoren◼◼◻werkwoord vernemen◼◻◻werkwoord |
hallani | horen◼◼◼ |
hallás főnév | gehoor◼◼◼o auditie◼◻◻v |
halláskárosodás főnév | gehoorschade◼◼◼v |
hallatlan melléknév | ongehoord◼◼◼bijvoeglijk naamwoord ongekend◼◼◻bijvoeglijk naamwoord flagrant◼◻◻bijvoeglijk naamwoord |
Halle an der Saale | |
hallgat ige | luisteren◼◼◼werkwoord horen◼◼◻ zwijgen◼◼◻werkwoord aanhoren◼◼◻werkwoord gehoorzamen◼◼◻werkwoord |
hallgat melléknév | zwijgzaam◼◻◻bijvoeglijk naamwoord naarbijvoeglijk naamwoord |
hallgatag melléknév | zwijgzaam◼◼◼bijvoeglijk naamwoord terughoudend◼◼◻bijvoeglijk naamwoord gesloten◼◻◻bijvoeglijk naamwoord |
hallgatás ige | zwijgen◼◼◼werkwoord |
hallgatás főnév | |
hallgatni ige | zwijgen◼◼◼werkwoord |
hallgató főnév | student◼◼◼m toehoorder◼◻◻m hoorder◼◻◻m |
hallgatólagos melléknév | impliciet◼◼◼bijvoeglijk naamwoord |
hallgatóság főnév | toehoorders◼◼◼ gehoor◼◼◻o |