Erlaub bitte das Javascript zur Benutzung des Wörterbuches!
bellen [belde; h. gebeld]▼◼◼◼werkwoord
rinkelen▼◼◼◼werkwoord
aanbellen▼◼◼◼werkwoord
luiden▼◼◼◻werkwoord
klinken▼◼◻◻werkwoord
Er wordt gebelt.▼
schel [schellen]▼vm
↑