stelle znamená v Holandčina

Nemčina	Holandčina
die Bettstelle [der Bettstelle; die Bettstellen] Substantiv	bedsubstantief legerstedesubstantief spondesubstantief
der Bittsteller [des Bittstellers; die Bittsteller] Substantiv	aanvrager [aanvragers]m verzoekerm
bloßstellen [stellte bloß; hat bloßgestellt] Verb	blamerenv compromitterenv inopspraakbrengenv
das Gestell [des Gestelles, des Gestells; die Gestelle] Substantiv	banko boko ezelo reko schraago standero stellageo werkbanko
die Haltestelle [der Haltestelle; die Haltestellen] Substantiv	haltesubstantief pleisterplaatssubstantief statiesubstantief stationsubstantief stopplaatssubstantief
herstellen [stellte her; hat hergestellt] Verb	aanmakenv bedrijvenv doenv fabricerenv makenv neerzettenv oprichtenv opslaanv uitbrengenv uitrichtenv uitvoerenv vervaardigenv vestigenv
das Kastell [des Kastells, des Kastelles; die Kastelle] Substantiv	burchto kasteel [kastelen]o plechto sloto
nachstellen [stellte nach; hat nachgestellt] Verb	belagenv
das Pastell [des Pastells\|Pastelles; die Pastelle] Substantiv	kleurkrijto

História vyhľadávania