Nemčina-Holandčina slovník »
mein znamená v Holandčina
| Nemčina | Holandčina |
|---|---|
| mein [mein; meine] | |
| meinen [meinte; hat gemeint Akkusativ] Verb | |
| die Meinung [der Meinung; die Meinungen] Substantiv | betekenissubstantief dunksubstantief gedachtesubstantief meningsubstantief opiniesubstantief porteesubstantief visiesubstantief zienswijzesubstantief zinsubstantief |
| allgemein [allgemeiner; am allgemeinsten] Adjektiv | algemeenbijvoeglijk naamwoord gemeenschappelijkbijvoeglijk naamwoord generaalbijvoeglijk naamwoord gezamenlijkbijvoeglijk naamwoord |
| gemeinschaftlich [gemeinschaftlicher; am gemeinschaftlichsten] Adjektiv | algemeenbijvoeglijk naamwoord gemeenschappelijkbijvoeglijk naamwoord gezamenlijkbijvoeglijk naamwoord |
| gemein [gemeiner; am gemeinsten] Adjektiv | algemeenbijvoeglijk naamwoord gemeenbijvoeglijk naamwoord gemeenschappelijkbijvoeglijk naamwoord gezamenlijkbijvoeglijk naamwoord infaambijvoeglijk naamwoord laagbijvoeglijk naamwoord laaghartigbijvoeglijk naamwoord schunnigbijvoeglijk naamwoord vuigbijvoeglijk naamwoord |
| das meine | |
| der meine | |
| die meine | |
| die Gemeinde [der Gemeinde; die Gemeinden] Substantiv | gemeenschapsubstantief gemeentesubstantief |
| der Efeu (auch: Gemeine Efeu, Gewöhnlicher Efeu) Substantiv |
