Nemčina-Holandčina slovník »

gern znamená v Holandčina

NemčinaHolandčina
gern Adverb

gaarnebijwoord

graagbijwoord

metgenoegenbijwoord

gern haben [hatte gern; hat gern gehabt] Verb

beminnenwerkwoord

houdenvanwerkwoord

liefhebbenwerkwoord

belagern [belagerte; hat belagert] Verb

belegerenv

folgern [folgerte; hat gefolgert] Verb

abstraherenv

afleidenv

besluitenv

concluderenv

deducerenv

eengevolgtrekkingmakenv

pilgern [pilgerte; ist gepilgert] Verb

eenpelgrimstochtmakenv

verengern [verengerte; hat verengert] Verb

inperkenwerkwoord

verringern [verringerte; hat verringert] Verb

verkleinenv

verweigern [verweigerte; hat verweigert] Verb

afkeurenv

afwijzenv

hetverdommenv

terugwijzenv

vertikkenv

weigerenv

verzögern [verzögerte; hat verzögert] Verb

aanhoudenv

uitstellenv

verdagenv

verschuivenv

weigern [weigerte; hat geweigert] Verb

afkeurenwerkwoord

afwijzenwerkwoord

hetverdommenwerkwoord

terugwijzenwerkwoord

vertikkenwerkwoord

weigerenwerkwoord

gern [zögerte; hat gezögert] Verb

aarzelenv

dralenv

dubbenv

leuterenv

schoorvoetenv

schromenv

talmenv

teutenv

12