Nemčina-Holandčina slovník »

fügen znamená v Holandčina

NemčinaHolandčina
fügen [fügte; hat gefügt] Verb

aaneenvoegenv

betamemv

bijeenbrengenv

gelegenkomenv

passenv

samenbrengenv

schikkenv

uitkomenv

verenigenv

voegenv

beifügen [fügte bei; hat beigefügt] Verb

aanzettenv

bijdoenv

bijmengenv

bijvoegenv

toegevenv

toevoegenv

voordoenv

der Logogriph (Buchstabenrätsel, bei dem durch Wegnehmen, Hinzufügen oder Ändern eines Buchstabens ein neues Wort entsteht) Substantiv

letterraadselm

woordenraadselm

Schaden zufügen

bedervenwerkwoord

beschadigenwerkwoord

havenenwerkwoord

schendenwerkwoord

stukmakenwerkwoord

toetakelenwerkwoord

verfügen [verfügte; hat verfügt] (über +AKK) Verb

beschikkenoverv

decreterenv

disponerenv

verordenenv

voorschrijvenv

zufügen [fügte zu; hat zugefügt] Verb

aandoenv

aanrichtenv

bijdoenv

bijmengenv

bijvoegenv

stichtenv

teweegbrengenv

toegevenv

toevoegenv

veroorzakenv