brief znamená v Holandčina

Nemčina	Holandčina
der Brief [des Brief(e)s; die Briefe] Substantiv	briefm epistelm missivem schrijvenm
der Briefkasten [des Briefkastens; die Briefkästen/Briefkasten] Substantiv	brievenbusm busm
die Briefmarke [der Briefmarke; die Briefmarken] Substantiv	frankeerzegelsubstantief postzegelsubstantief
das Briefpapier [des Briefpapiers; die Briefpapiere] Substantiv	briefpapiero postpapiero schrijfpapiero
der Briefträger [des Briefträgers; die Briefträger] Substantiv	brievenbestellerm postbodem
der Briefumschlag [des Briefumschlag(e)s; die Briefumschläge] Substantiv	couvertm enveloppem
der Einschreibebrief [des Einschreibebriefes, des Einschreibebriefs; die Einschreibebriefe] Substantiv	aangetekendebriefm
in Briefwechsel stehen	corresponderenwerkwoord

História vyhľadávania