bürge znamená v Holandčina

Nemčina	Holandčina
der Bürge [des Bürgen; die Bürgen] Substantiv	borgm borgstellerm garantm sponsorm
die Burg [der Burg; die Burgen, die Bürge] Substantiv	burchtsubstantief kasteelsubstantief plechtsubstantief slotsubstantief
bürgen [bürgte; hat gebürgt] Verb	borgstaanvoorv garanderenv sponsorenv waarborgenv
der Bürger [des Bürgers; die Bürger] Substantiv	bourgeoism burgerm burgermanm lidvandemaatschappijm poorterm staatsburgerm stadbewonerm stedelingm
bürgerlich [bürgerlicher; am bürgerlichsten] Adjektiv	burgerlijkbijvoeglijk naamwoord civielbijvoeglijk naamwoord
der Bürgermeister [des Bürgermeisters; die Bürgermeister] Substantiv	burgemeester [burgemeesters]m burgervaderm dorpsburgemeesterm
die Bürgerschaft [der Bürgerschaft; die Bürgerschaften] Substantiv	bourgeoisiesubstantief burgerijsubstantief stadmetzelfbestuursubstantief
der Bürgersteig [des Bürgersteig(e)s; die Bürgersteige] Substantiv	stoepm trottoirm voetpadm
verbürgen [verbürgt; hat verbürgte] Verb	borgstaanvoorwerkwoord garanderenwerkwoord sponsorenwerkwoord waarborgenwerkwoord

História vyhľadávania