Nemčina-Holandčina slovník »

anis znamená v Holandčina

NemčinaHolandčina
der Anis [des Anises; die Anise] Substantiv

anijsm

afghanisch [afghanischer; am afghanischsten] Adjektiv

Afghaansbijvoeglijk naamwoord

das Afghanistan 32

Afghanistano

afrikanisch [afrikanischer; am afrikanischsten] Adjektiv

Afrikaansbijvoeglijk naamwoord

das Albanisch [des Albanisch(s); —] (Verwandte Form: Albanische) Substantiv

Albaneeso

Albanesetaalo

albanisch [albanischer; am albanischsten] Adjektiv

Albaansbijvoeglijk naamwoord

Albaneesbijvoeglijk naamwoord

amerikanisch [amerikanischer; am amerikanischsten] Adjektiv

Amerikaansbijvoeglijk naamwoord

brasilianisch [brasilianischer; am brasilianischsten] Adjektiv

Braziliaansbijvoeglijk naamwoord

dominikanisch [dominikanischer; am dominikanischsten] Adjektiv

dominicaansbijvoeglijk naamwoord

dominicanerbijvoeglijk naamwoord

japanisch [japanischer; am japanischsten] Adjektiv

Japansbijvoeglijk naamwoord

kubanisch [kubanischer; am kubanischsten] Adjektiv

Cubaansbijvoeglijk naamwoord

republikanisch [republikanischer; am republikanischsten] Adjektiv

republikeinsbijvoeglijk naamwoord

spanisch [spanischer; am spanischsten] Adjektiv

Spaansbijvoeglijk naamwoord

vulkanisch [vulkanischer; am vulkanischsten] Adjektiv

vulkanischbijvoeglijk naamwoord

anglikanisch Adjektiv

anglicaansbijvoeglijk naamwoord

aserbaidschanisch Adjektiv

Azerbaidzjaansbijvoeglijk naamwoord

birmanisch Adjektiv

Birmaansbijvoeglijk naamwoord

Dominikanische Republik

DominicaanseRepubliek

galvanisch Adjektiv

galvanischbijvoeglijk naamwoord

der Galvanismus [des Galvanismus; —] Substantiv

galvanismem

der Germanismus [des Germanismus; die Germanismen] Substantiv

germanismem

das Japanisch [des Japanisch(s); —] (Verwandte Form: Japanische) Substantiv

Japanssubstantief

Japansetaalsubstantief

japanische Sprache

Japans

Japansetaal

der Mechanismus [des Mechanismus; die Mechanismen] Substantiv

mechanismem

der Berber [des Berbers; die Berber] (nordafrikanischen Völkergruppe) Substantiv

Berberm

die Organisation [der Organisation; die Organisationen] Substantiv

organisatiesubstantief

organisch Adjektiv

organiekbijvoeglijk naamwoord

organischbijvoeglijk naamwoord

organisieren [organisierte; hat organisiert] Verb

organiserenv

regelenv

uitschrijvenv

der Organismus [des Organismus; die Organismen] Substantiv

organismem

der Puritanismus [des Puritanismus; —] Substantiv

puritanismem

das Spanisch [des Spanisch(s); —] Substantiv

Spaanso

Spaansetaalo

12