Nemčina-Holandčina slovník »

alt znamená v Holandčina

NemčinaHolandčina
gelten [galt; hat gegolten für +AKK] Verb

geldenv

geldigzijnv

lonenv

opgaanv

validerenv

vigerenv

waardzijnv

das Gehalt (österreichisch: der Gehalt) [des Gehaltes/Gehalts; die Gehälter] Substantiv

bestekm

bezoldigingm

gagem

groottem

loonm

omvangm

salarism

traktementm

uitgebreidheidm

verdienstem

weddem

haushalten [haushaltete; hat gehaushaltet] Verb

beherenv

besturenv

huishoudenv

malen [malte; hat gemalt] Verb

afschilderenv

schilderenv

uitschilderenv

quälen [quälte; hat gequält] Verb

koeionerenv

kwellenv

martelenv

mishandelenv

treiterenv

Geschichtsfalte

rimpel

spalten [spaltete; hat gespalten/gespaltet] Verb

doorklievenv

klievenv

klovenv

splijtenv

die Gestalt [der Gestalt; die Gestalten] Substantiv

afbeeldingsubstantief

beeldsubstantief

coupesubstantief

fatsoensubstantief

figuursubstantief

gedaantesubstantief

5678