Nemčina-Holandčina slovník »
als znamená v Holandčina
| Nemčina | Holandčina |
|---|---|
| das als Substantiv | dano |
| als ob | alsvoegwoord |
| als Tatsache feststellen | bevindenwerkwoord constaterenwerkwoord vaststellenwerkwoord |
| alsbald Adverb | aanstondsbijwoord alrasbijwoord dadelijkbijwoord drabijwoord gauwbijwoord haastbijwoord meteenbijwoord opstaandevoetbijwoord schielijkbijwoord spoedigbijwoord subietbijwoord weldrabijwoord welhaastbijwoord zobijwoord |
| alsdann Adverb | danbijwoord destijdsbijwoord toenbijwoord toenmaalsbijwoord toentertijdbijwoord |
| also Konjunktion | daaromvoegwoord derhalvevoegwoord |
| abermals Adverb | alweerbijwoord bisbijwoord nogeenkeerbijwoord nogmaalsbijwoord opnieuwbijwoord vanvorenafaanbijwoord wederbijwoord wederombijwoord weerbijwoord |
| der Admiral [des Admirals; die Admirale/die Admiräle] Substantiv | |
| abnormal [abnormaler; am abnormalsten] Adjektiv | abnormaalbijvoeglijk naamwoord |
