Holandčina-Nemčina slovník »

twijfel znamená v Nemčina

HolandčinaNemčina
twijfel m

der Zweifel [des Zweifels; die Zweifel]Substantiv

twijfel o

das Bedenken [des Bedenkens; die Bedenken]Substantiv

twijfelaar m

der Zweifler [des Zweiflers; die Zweifler]Substantiv

twijfelachtig bijvoeglijk naamwoord

apokryphPhrase

fraglich [fraglicher; am fraglichsten]Adjektiv

twijfelen werkwoord

zweifeln [zweifelte; hat gezweifelt]Verb

twijfelen v

bezweifeln [bezweifelte; hat bezweifelt]Verb

twijfeling m

der Zweifel [des Zweifels; die Zweifel]Substantiv

twijfeling o

das Bedenken [des Bedenkens; die Bedenken]Substantiv

twijfelmoedig bijvoeglijk naamwoord

bedenklich [bedenklicher; am bedenklichsten]Adjektiv

twijfelzucht m

der Skeptizismus [des Skeptizismus; —]Substantiv

twijfelzuchtig bijvoeglijk naamwoord

bedenklich [bedenklicher; am bedenklichsten]Adjektiv

skeptisch [skeptischer; am skeptischsten]Adjektiv

betwijfelen v

bezweifeln [bezweifelte; hat bezweifelt]Verb

ongetwijfeld

freilich

immerhin

zweifelsohne

ongetwijfeld bijvoeglijk naamwoord

bestimmt [bestimmter; am bestimmtesten]Adjektiv

gewißAdjektiv

ongetwijfeld bijwoord

allerdingsAdverb

wohlAdverb

zwarAdverb

ontwijfelbaar bijvoeglijk naamwoord

zuversichtlich [zuversichtlicher; am zuversichtlichsten]Adjektiv

zweifellosAdjektiv

tebetwijfelen bijvoeglijk naamwoord

fraglich [fraglicher; am fraglichsten]Adjektiv

vertwijfeld bijvoeglijk naamwoord

hoffnungslos [hoffnungsloser; am hoffnungslosesten]Adjektiv

vertwijfeling substantief

die Verzweiflung [der Verzweiflung; die Verzweiflungen]Substantiv

waaraanniettetwijfelenvalt bijvoeglijk naamwoord

zuversichtlich [zuversichtlicher; am zuversichtlichsten]Adjektiv

zweifellosAdjektiv