Deutsch-Holländisch Wörterbuch »

vorstehen bedeutet auf Holländisch

DeutschHolländisch
vorstehen [stand vor; hat vorgestanden] Verb

uitspringenv

uitstaanv

uitstekenv

vooruitspringenv

vooruitstekenv

bevorstehen [stand bevor; hat bevorgestanden] Verb

bedreigenv

dreigenv

nabijkomenv

naderbijkomenv

naderenv

nadertredenv

bevorstehend Adjektiv

aanstaandbijvoeglijk naamwoord

eerstvolgendbijvoeglijk naamwoord

komendbijvoeglijk naamwoord