Deutsch-Holländisch Wörterbuch »

tier bedeutet auf Holländisch

DeutschHolländisch
exportieren [exportierte; hat exportiert] Verb

exporterenv

uitvoerenv

flektieren [flektierte; hat flektiert] Verb

buigenwerkwoord

doorbuigenwerkwoord

ombuigenwerkwoord

frequentieren [frequentierte; hat frequentiert] Phrase

bezoekenwerkwoord

overdevloerkomenwerkwoord

frottieren [frottierte; hat frottiert] Phrase

aanstrijkenwerkwoord

uitwrijvenwerkwoord

wrijvenwerkwoord

gastieren [gastierte; hat gastiert] Verb

gastvrijheidverlenenaanv

imitieren [imitierte; hat imitiert] Verb

imiterenv

nabootsenv

nadoenv

importieren [importierte; hat importiert] Verb

importerenv

invoerenv

imputieren [imputierte; ist imputiert] Verb

aanrekenenwerkwoord

toedichtenwerkwoord

toerekenenwerkwoord

toeschrijvenwerkwoord

wijtenwerkwoord

intermittieren

mettussenpozenwerken

interpretieren [interpretierte; hat interpretiert] Verb

duidenv

interpreterenv

uitleggenv

verklarenv

vertolkenv

investieren [investierte; hat investiert] Verb

beleggenv

inhuldigenv

investerenv

das Klistier [des Klistiers; die Klistiere] Substantiv

klisteero

klysmao

lavemento

Klystier

cataclysmeo

grotenatuurramp

kolportieren [kolportierte; hat kolportiert] Phrase

colporterenwerkwoord

leurenwerkwoord

ventenwerkwoord

komplimentieren [komplimentierte; hat komplimentiert] Verb

complimenterenwerkwoord

kompromittieren [kompromittierte; hat kompromittiert] Verb

blamerenv

1234