Deutsch-Holländisch Wörterbuch »

tadel bedeutet auf Holländisch

DeutschHolländisch
der Tadel [des Tadels; die Tadel] Substantiv

aanmerkingm

berispingm

blaamm

standjem

terechtwijzingm

uitbranderm

verwijtm

tadellos [tadelloser; am tadellosesten] Adjektiv

onbesprokenbijvoeglijk naamwoord

untadelig [untadeliger; am untadeligsten] Adjektiv

onberispelijkbijvoeglijk naamwoord

Kleinigkeiten tadeln

bedillenwerkwoord

haarklovenwerkwoord

hetlastigmaken

muggeziften

vittenwerkwoord

die Zitadelle [der Zitadelle; die Zitadellen] Substantiv

citadelsubstantief