Deutsch-Holländisch Wörterbuch »

schleppe bedeutet auf Holländisch

DeutschHolländisch
die Schleppe [der Schleppe; die Schleppen] Substantiv

sleepo

staarto

schleppen [schleppte; hat geschleppt] Verb

boegserenv

slepenv

trekkenv

voorttrekkenv

der Schlepper [des Schleppers; die Schlepper] Substantiv

sleepbootm

nachschleppen

boegserenwerkwoord

slepen

trekken

voorttrekkenwerkwoord