Deutsch-Holländisch Wörterbuch »

schicht bedeutet auf Holländisch

DeutschHolländisch
die Schicht [der Schicht; die Schichten] Substantiv

laagsubstantief

paksubstantief

dünne Schicht

blad

folie

lamelv

mesjesubstantief

plaatjeo

die Erdschicht [der Erdschicht; die Erdschichten] Substantiv

aardlaagsubstantief

grondlaagsubstantief

die Geschichte [der Geschichte; die Geschichten] Substantiv

geschiedenissubstantief

historiesubstantief

relaassubstantief

verhaalsubstantief

vertellingsubstantief

vertelselsubstantief

Geschichtsfalte

rimpel

die Urgeschichte [der Urgeschichte; —] Substantiv

prehistoriesubstantief

voorgeschiedenissubstantief