Deutsch-Holländisch Wörterbuch »

richten bedeutet auf Holländisch

DeutschHolländisch
richten [richtete; hat gerichtet] (an +AKK) Verb

beoordelenv

berechtenv

besturenv

dirigerenv

mennenv

oordelenv

richtenv

vonnissenv

abrichten [richtete ab; hat abgerichtet] Verb

africhtenv

dresserenv

temmenv

aufrichten [richtete auf, hat aufgerichtet] Verb

neerzettenv

oprichtenv

opslaanv

vestigenv

ausrichten [richtete aus; hat ausgerichtet] Verb

bewerkstelligenv

doorvoerenv

totstandbrengenv

verwezenlijkenv

benachrichten

berichtenwerkwoord

informerenwerkwoord

inlichtenwerkwoord

verwittigenwerkwoord

voorlichten

berichten [berichtete; hat berichtet] (über +AKK) Verb

aanbrengenv

meldenv

overbrengenv

verslaanv

verslaguitbrengenv

einrichten [richtete ein; hat eingerichtet] Verb

aanleggenv

aanrichtenv

arrangerenv

fittenv

installerenv

ordenenv

organiserenv

regelenv

terechtbrengenv

uitschrijvenv

entrichten [entrichtete; hat entrichtet] Verb

betalenv

12