Deutsch-Holländisch Wörterbuch »

licht [des licht[e]s; die lichter/lichte] bedeutet auf Holländisch

Ergebnisse: licht
Ich würde eher danach suchen: licht [des licht[e]s; die lichter/lichte]
DeutschHolländisch
das Licht [des Licht[es; die Lichter/Lichte] Substantiv

candelao

kaarso

kaarsensterkteo

lichto

schijno

schijnselo

licht [lichter; am lichtesten] Adjektiv

helbijvoeglijk naamwoord

helderbijvoeglijk naamwoord

klaarbijvoeglijk naamwoord

lichtbijvoeglijk naamwoord

die Lichtmeß Substantiv

Maria-Lichtmissubstantief

lichtvoll

hel

helderbijvoeglijk naamwoord

klaar

licht

beipflichten [pflichtete bei; hat beigepflichtet] Verb

goedvindenwerkwoord

heteenszijnwerkwoord

toegevenwerkwoord

toestemmenwerkwoord

entsittlichen [entsittlichte; hat entsittlicht] Verb

demoraliserenwerkwoord

zedeloosmakenwerkwoord

ermöglichen [ermöglichte; hat ermöglicht] Verb

instaatstellenv

mogelijkmakenv

das Irrlicht [die Irrlichter] Substantiv

dwaallichto

verheimlichen [verheimlichte; hat verheimlicht] Verb

geheimhoudenv

ontveinzenv

verbergenv

verhelenv

verschuilenv

verstoppenv

verherrlichen [verherrlichte; hat verherrlicht] Verb

lovenv

prijzenv

roemenv

verheerlijkenv

veröffentlichen [veröffentlichte; hat veröffentlicht] Verb

afkondigenv

openbaarmakenv

publicerenv

ruchtbaarmakenv

die Verpflichtung [der Verpflichtung; die Verpflichtungen] Substantiv

obligatiesubstantief

verweichlichen [verweichlichte; ist verweichlicht] Verb

murwmakenwerkwoord

12