Deutsch-Holländisch Wörterbuch »

gewerbe- bedeutet auf Holländisch

DeutschHolländisch
Gewerbe-

beroeps-

professioneelbijvoeglijk naamwoord

das Gewerbe [des Gewerbes; die Gewerbe] Substantiv

ambachto

beroepo

broodwinningo

handwerko

industrieo

nijverheido

vako

der Gewerbeschein [des Gewerbescheines, des Gewerbescheins; die Gewerbescheine] Substantiv

licentiem

vergunningm

Zuletzt gesucht