Deutsch-Holländisch Wörterbuch »

erde bedeutet auf Holländisch

DeutschHolländisch
habhaft werden

verwervenwerkwoord

die Herde [der Herde; die Herden] Substantiv

kuddesubstantief

levendehavesubstantief

veesubstantief

veestapelsubstantief

der Herd [des Herd(e)s; die Herde] Substantiv

broeinestm

haardm

haardstedem

kachelm

openhaardm

ovenm

stookplaatsm

vuurhaardm

inne werden

bespeurenwerkwoord

gewaarwordenwerkwoord

lerenkennen

krank werden

ziekworden

ohnmächtig werden

bewusteloosraken

bezwijmen

flauwvallenwerkwoord

inzwijmvallen

das Pferd [des Pferd(e)s; die Pferde] Substantiv

paardo

roso

die Pferdestärke [der Pferdestärke; die Pferdestärken] Substantiv

paardekrachtsubstantief

rot werden

blozenwerkwoord

kleuren

roodworden

das Steckenpferd [des Steckenpferd(e)s; die Steckenpferde] Substantiv

hito

die Tonerde [der Tonerde; die Tonerden] Substantiv

kleisubstantief

unterdessen Adverb

daarentegenbijwoord

inmiddelsbijwoord

intussenbijwoord

vastbijwoord

voorlopigbijwoord

zolangbijwoord

das Verdeck [des Verdecks; die Verdecke] Substantiv

bedekkingo

deko

dekselo

kafto

omslago

123