Deutsch-Holländisch Wörterbuch »

bringen bedeutet auf Holländisch

DeutschHolländisch
mitbringen

meebrengenwerkwoord

meenemenwerkwoord

überbringen [überbrachte; hat überbracht] Verb

aanbrengenv

aandragenv

bezorgenv

brengenv

umbringen [brachte um; hat umgebracht] Verb

ruïnerenv

tegronderichtenv

tenvalbrengenv

verdervenv

unterbringen [brachte unter; hat untergebracht] Verb

huisvestenv

onderbrengenv

verbringen [verbrachte; hat verbracht] Verb

aangevenv

aanreikenv

doorbrengenv

verdrijvenv

wegbringen

afleidenwerkwoord

afschaffenwerkwoord

eliminerenwerkwoord

latenafvloeien

opdoekenwerkwoord

uitmakenwerkwoord

verwijderen

wegdoenwerkwoord

wegleidenwerkwoord

wegvoerenwerkwoord

wiederbringen [brachte wieder; hat wiedergebracht] Verb

terugbrengenwerkwoord

zubringen [brachte zu; hat zugebracht] Verb

aangevenv

aanreikenv

doorbrengenv

verdrijvenv

zur Welt bringen

baren

bevallenwerkwoord

hetlevenschenken

teweegbrengenwerkwoord

voortbrengenwerkwoord

12