becs meaning in Dutch

Hungarian	Dutch
becslés ige	taxeren◼◻◻werkwoord
becsmérel ige	denigreren◼◼◼werkwoord zwartmaken◼◼◼werkwoord
becsmérlő melléknév	pejoratiefbijvoeglijk naamwoord
becsomagol ige	inpakken [inpakkan; pakte in]◼◼◼werkwoord
becsszó főnév	erewoord◼◼◼o
becstelen melléknév	oneerlijk◼◼◼bijvoeglijk naamwoord berucht◼◻◻bijvoeglijk naamwoord onoprecht◼◻◻bijvoeglijk naamwoord
becstelen főnév	leugenaar◼◼◻m schurk◼◻◻m
becsuk ige	toedoen◼◻◻ arresterenwerkwoord dichtenwerkwoord dichtklappenwerkwoord
becsuk (szemet) ige	sluitenwerkwoord
becsukódik ige	sluitenwerkwoord
becsül főnév	schatting◼◼◼v eer◼◼◻v
becsül ige	eren◼◼◻werkwoord respecteren◼◼◻werkwoord achten◼◻◻werkwoord appreciëren◼◻◻werkwoord vereren◼◻◻werkwoord eerbiedigen◼◻◻werkwoord huldigenwerkwoord
(fel)becsül ige	schattenwerkwoord
(meg)becsül ige	schattenwerkwoord
becsülés főnév	achting◼◼◼v
becsület főnév	eer◼◼◼v roem◼◻◻m
becsület ige	eren◼◼◻werkwoord
becsületes melléknév	eerlijk◼◼◼bijvoeglijk naamwoord fatsoenlijk◼◼◻bijvoeglijk naamwoord degelijk◼◻◻bijvoeglijk naamwoord braafbijvoeglijk naamwoord
becsületesség főnév	eerlijkheid◼◼◼v
becsületszó főnév	erewoord◼◼◼o
becsüs főnév	taxateur◼◼◼m
becsvágy főnév	ambitie◼◼◼v

«<123 >↑

becs meaning in Dutch

Your history

Online dictionaries

Might be interested