Tysk-Holländsk ordbok »

werk betyder på holländska

TyskaHolländska
das Werk [des Werk(e)s; die Werke] Substantiv

aangelegenheido

affaireo

boekwerko

dingo

geschrifto

kunstwerko

opuso

pennevruchto

werko

zaako

der Werkmeister [des Werkmeisters; die Werkmeister] Substantiv

meesterknechtm

uitvoerderm

werkbaasm

werkmeesterm

die Werkstatt [der Werkstatt; die Werkstätten] Substantiv

ateliersubstantief

werkplaatssubstantief

Werkstuhl

bank

bok

ezel

rek

schraag

standerm

stellagev

werkbankv

der Werktag [des Werktages, des Werktags; die Werktage] Substantiv

weekdagm

werkdagm

das Werkzeug [des Werkzeuges, des Werkzeugs; die Werkzeuge] Substantiv

instrumento

middelo

werktuigo

das Backwerk [des Backwerks; —] Substantiv

bakselo

gebako

das Bauwerk [des Bauwerkes, des Bauwerks; die Bauwerke] Substantiv

bouwwerko

gebouwo

perceelo

das Bergwerk [des Bergwerk(e)s; die Bergwerke] Substantiv

mijno

mijngango

Bildhauerwerk

beeldhouwwerko

das Bildwerk [des Bildwerk(e)s; die Bildwerke] Substantiv

beeldhouwwerko

das Blendwerk [des Blendwerkes|Blendwerks; die Blendwerke] Substantiv

autoriteito

gezago

12