Tysk-Holländsk ordbok »

gefallen betyder på holländska

TyskaHolländska
gefallen [gefiel; hat gefallen] Verb

aanstaanwerkwoord

behagenwerkwoord

bevallenwerkwoord

zinnenwerkwoord

das Gefallen [des Gefallens; —] Substantiv

gedienstigheidm

welwillendheidm

einfallen [fiel ein; ist eingefallen] Verb

binnenrukkenv

binnenvallenv

inkalvenv

innemenv

vermeesterenv

zichmeestermakenvanv

umfallen [fiel um; ist umgefallen] Verb

kantelenwerkwoord

kapseizenwerkwoord

omvallenwerkwoord

tenvalkomenwerkwoord

das Wohlgefallen [des Wohlgefallens; —] Substantiv

genoegeno

pleziero

preto

vermaako

zufallen [zufiel; ist zugefallen] Verb

dichtgaanv

sluitenv

toegaanv

toegroeienv

toevallenv

zichsluitenv

zusammenfallen [fiel zusammen; ist zusammengefallen] Verb

samenvallenwerkwoord