reihe hollandul

Német	Holland
die Reihe [der Reihe; die Reihen] Substantiv	beurtsubstantief filesubstantief gelidsubstantief reekssubstantief rijsubstantief rissubstantief ristsubstantief seriesubstantief setsubstantief toerbeurtsubstantief
die Reihenfolge [der Reihenfolge; die Reihenfolgen] Substantiv	aaneenschakelingsubstantief beurtsubstantief filesubstantief gelidsubstantief opeenvolgingsubstantief reekssubstantief rijsubstantief toerbeurtsubstantief volgordesubstantief
der Reiher [des Reihers; die Reiher] Substantiv	reigerm
einreihen [reihte ein; hat eingereiht] Verb	inschakelenv onderbrengenv opstellenv rubricerenv
die Freiheit [der Freiheit; die Freiheiten] Substantiv	vlotheidsubstantief vrijdomsubstantief vrijheidsubstantief
der Freiherr [des Freiherrn; die Freiherren] Substantiv	baronm
Pfahlreihe	paalwerko palissadev schuttingv staketselo

Korábban kerestél rá