Német | Holland |
---|---|
untergehen [ging unter; ist untergegangen] Verb | |
vergehen [verging; hat/ist vergangen] Verb | omkomenwerkwoord overdrijvenwerkwoord overgaanwerkwoord vergaanwerkwoord verlopenwerkwoord verstrijkenwerkwoord |
das Vergehen [des Vergehens; die Vergehen] Substantiv | |
vorgehen [ging vor; ist vorgegangen] Verb | doenv |
vorübergehen [ging vorüber; ist vorübergegangen] Phrase | omkomenwerkwoord overdrijvenwerkwoord overgaanwerkwoord vergaanwerkwoord verlopenwerkwoord verstrijkenwerkwoord |
vorübergehend Adjektiv | kortstondigbijvoeglijk naamwoord vergankelijkbijvoeglijk naamwoord voorbijgaandbijvoeglijk naamwoord |
zu Grunde gehen | creperenwerkwoord omkomenwerkwoord ondergaanwerkwoord sneuvelenwerkwoord verongelukkenwerkwoord |