Német-Holland szótár »

esel [des esels; die esel] hollandul

Találatok: esel
Inkább ezt keresem: esel [des esels; die esel]
NémetHolland
der Esel [des Esels; die Esel] Substantiv

ezelm

dieselbe

dezelfde

hetzelfde

der Geselle [des Gesellen; die Gesellen] Substantiv

gezelm

maatm

metgezelm

partnerm

gesellen [gesellte sich; hat sich gesellt] Verb

aaneenvoegenwerkwoord

bijeenbrengenwerkwoord

samenbrengenwerkwoord

verenigenwerkwoord

die Gesellschaft [der Gesellschaft; die Gesellschaften] Substantiv

compagniesubstantief

gemeenschapsubstantief

genootschapsubstantief

gezelschapsubstantief

kranssubstantief

kringsubstantief

maatschappijsubstantief

samenlevingsubstantief

sociëteitsubstantief

vennootschapsubstantief

verenigingsubstantief

der Gesellschafter [des Gesellschafters; die Gesellschafter] Substantiv

vennootm

Gesellschaftshaus

casinom

der Junggeselle [des Junggesellen; die Junggesellen] Substantiv

celibatairm

jonggezelm

vrijgezelm

der Kiesel [des Kiesels; die Kiesel] Substantiv

keisteenm

kiezelm

kiezelsteenm

vuursteenm

Kieselschlag

macadamm

der Kieselstein [des Kieselsteines, des Kieselsteins; die Kieselsteine] Substantiv

keisteenm

kiezelm

kiezelsteenm

vuursteenm

der Maulesel [des Maulesels; die Maulesel] Substantiv

muildierm

Wesel

Wezel

das Wiesel [des Wiesels; die Wiesel] Substantiv

wezelo

die Ziesel (Gattung) Substantiv

Siberischemarmotm

12