Német-Holland szótár »

deuten [deutete; hat gedeutet] hollandul

Találatok: deuten
Inkább ezt keresem: deuten [deutete; hat gedeutet]
NémetHolland
deuten [deutete; hat gedeutet] Verb

duidenv

interpreterenv

uitleggenv

verklarenv

vertolkenv

bedeutend [bedeutender; am bedeutendsten] Adjektiv

belangrijkbijvoeglijk naamwoord

ergbijvoeglijk naamwoord

ernstigbijvoeglijk naamwoord

voornaambijvoeglijk naamwoord

zwaarbijvoeglijk naamwoord

zwaarwichtigbijvoeglijk naamwoord

unbedeutend [unbedeutender; am unbedeutendsten] Adjektiv

beuzelachtigbijvoeglijk naamwoord

luizigbijvoeglijk naamwoord

onbeduidendbijvoeglijk naamwoord

onbetekenendbijvoeglijk naamwoord

onnozelbijvoeglijk naamwoord

andeuten [deutete an; hat angedeutet] Verb

aanduidenv

aangevenv

aanwijzenv

eentekengevenv

kenmerkenv

merkenv

opmerkenv

opmerkzaammakenv

signalerenv

tekenenv

uitduidenv

bedeuten [bedeutete; hat bedeutet] Verb

beduidenv

betekenenv

gleichbedeutend Adjektiv

identiekbijvoeglijk naamwoord