Nemčina-Holandčina slovník »

wir znamená v Holandčina

NemčinaHolandčina
wir

onso

we

wij

sein [ich bin, du bist, er/sie/es ist, wir sind, ihr seid, sie sind; war/ ist gewesen] Verb

haarwerkwoord

verkerenwerkwoord

wezenwerkwoord

zichbevindenwerkwoord

zijnwerkwoord

der Wirbel [des Wirbels; die Wirbel] Substantiv

wervelm

Wirbel-

gewerveld

Wirbelbein

wervel

der Wirbelknochen [des Wirbelknochens; die Wirbelknochen] Substantiv

wervelm

die Wirbelsäule [der Wirbelsäule; die Wirbelsäulen] Substantiv

ruggegraatsubstantief

wervelkolomsubstantief

der Wirbelwind Substantiv

cycloonm

hoosm

trombusm

waterhoosm

wervelstormm

Wirdum

Wirdum

wirken [wirkte; hat gewirkt] Verb

agerenv

bezigzijnv

doenv

effectsorterenv

handelenv

optredenv

tewerkgaanv

uitwerkenv

uitwerkinghebbenv

werkenv

wevenv

wirklich [wirklicher; am wirklichsten] Adjektiv

daadwerkelijkbijwoord

echtbijwoord

effectiefbijwoord

feitelijkbijwoord

inderdaadbijwoord

naarwaarheidbijwoord

reëelbijwoord

waarachtigbijwoord

waarlijkbijwoord

12