Nemčina-Holandčina slovník »

ringen znamená v Holandčina

NemčinaHolandčina
ringen [rang; hat gerungen] (um +AKK) Verb

kampenv

twijnenv

verbuigenv

verdraaienv

vertrekkenv

verwringenv

worstelenv

wringenv

anbringen [brachte an; hat angebracht] Verb

aanbrengenv

aandragenv

bezorgenv

brengenv

andringen [drang an; ist angedrungen] Verb

aandringenwerkwoord

aufdringen

forcerenwerkwoord

opdringenwerkwoord

beispringen [sprang bei; ist beigesprungen] Verb

batenv

bijstaanv

helpenv

terzijdestaanv

bringen [brachte; hat gebracht] (auf +AKK) Verb

aanbrengenv

aandragenv

bezorgenv

brengenv

dringen [drang; hat/ist gedrungen] Verb

douwenv

dringenv

duwenv

forcerenv

opdringenv

stotenv

durchdringen [durchdrang; hat durchdrungen] Verb

binnendringenv

doordringenv

doorstotenv

einbringen [brachte ein; hat eingebracht] Verb

binnenbrengenv

eindringen [drang ein; ist eingedrungen] (in +AKK) Verb

binnendringenv

doordringenv

doorstotenv

Elsaß-Lothringen

Elzas-Lotharingen

entspringen [entsprang; ist entsprungen] Verb

afstammenv

hetgevolgzijnvanv

ontspruitenv

12