Nemčina | Holandčina |
---|---|
der mal | |
das Mal [des Mals, des Males; die Male] Substantiv | keero maalo |
der Malachit [des Malachits; die Malachite] Substantiv | |
die Malaria [der Malaria; —] Substantiv | malariasubstantief |
Malaye | |
malen [malte; hat gemalt] Verb | |
der Maler [des Malers; die Maler] Substantiv | |
die Malerei [der Malerei; die Malereien] Substantiv | schilderkunstsubstantief |
malerisch [malerischer; am malerischsten] Adjektiv | pittoresquebijvoeglijk naamwoord schilderachtigbijvoeglijk naamwoord |
Malkunst | |
die Malve [der Malve; die Malven] Substantiv | kaasjeskruidsubstantief maluwesubstantief malvasubstantief |
das Malz [des Malzes; —] Substantiv | mouto |
abermalig Adjektiv | alweerbijvoeglijk naamwoord bisbijvoeglijk naamwoord nogeenkeerbijvoeglijk naamwoord nogmaalsbijvoeglijk naamwoord opnieuwbijvoeglijk naamwoord vanvorenafaanbijvoeglijk naamwoord wederombijvoeglijk naamwoord weerbijvoeglijk naamwoord |
abermals Adverb | alweerbijwoord bisbijwoord nogeenkeerbijwoord nogmaalsbijwoord opnieuwbijwoord vanvorenafaanbijwoord wederbijwoord wederombijwoord weerbijwoord |
abnormal [abnormaler; am abnormalsten] Adjektiv | abnormaalbijvoeglijk naamwoord |