leicht znamená v Holandčina

Nemčina	Holandčina
leicht [leichter; am leichtesten] Adjektiv	gemakkelijkbijvoeglijk naamwoord lichtbijvoeglijk naamwoord makkelijkbijvoeglijk naamwoord vlotbijvoeglijk naamwoord
leicht berühren	beroerenwerkwoord strijkenlangs
leichtfertig [leichtfertiger; am leichtfertigsten] Adjektiv	frivoolbijvoeglijk naamwoord lichtzinnigbijvoeglijk naamwoord wuftbijvoeglijk naamwoord
leichtgläubig [leichtgläubiger; am leichtgläubigsten] Adjektiv	lichtgelovigbijvoeglijk naamwoord
die Leichtigkeit [der Leichtigkeit; —] Substantiv	gewichtloosheidsubstantief
bleichen [bleichte; hat gebleicht] Verb	blekenv witmakenv wittenv
erleichtern [erleichterte; hat erleichtert] Verb	vergemakkelijkenv verlichtenv
vielleicht Adverb	misschienbijwoord mogelijkbijwoord mogelijkerwijsbijwoord somsbijwoord wellichtbijwoord

História vyhľadávania