folge znamená v Holandčina

Nemčina	Holandčina
die Folge [der Folge; die Folgen] Substantiv	consequentiesubstantief gevolgsubstantief uitvloeiselsubstantief voortvloeiselsubstantief
folgen [folgte; hat/ist gefolgt] (auf+AKK) Verb	bewandelenv bijhoudenv gehoorzamenv volgenv voortvloeienv
folgend Adjektiv	aanstaandbijvoeglijk naamwoord volgendbijvoeglijk naamwoord
folgender	gene navolgend
folgendermaßen	gene navolgend
folgern [folgerte; hat gefolgert] Verb	abstraherenv afleidenv besluitenv concluderenv deducerenv eengevolgtrekkingmakenv
befolgen [befolgte; hat befolgt] Verb	gehoorzamenv handelenvolgensv opvolgenv
der Erfolg [des Erfolges, des Erfolgs; die Erfolge] Substantiv	afloopm bevindingm effectm gevolgm resultaatm succesm uitkomstm uitslagm uitvloeiselm voortvloeiselm welslagenm
das Gefolge [des Gefolges; die Gefolge] Substantiv	aanhango gevolg [gevolgen]o
die Reihenfolge [der Reihenfolge; die Reihenfolgen] Substantiv	aaneenschakelingsubstantief beurtsubstantief filesubstantief

História vyhľadávania