Nemčina-Holandčina slovník »

enden znamená v Holandčina

NemčinaHolandčina
enden [endete; hat/ist geendet] Verb

aflopenv

afmakenv

afsluitenv

besluitenv

beëindigenv

eindigenv

ophoudenv

uitgaanv

uitlopenv

uitmakenv

uitrakenv

verlopenv

voleindigenv

das Ende [des Endes; die Enden] Substantiv

afloopo

besluito

eindo

eindeo

sloto

uiteindeo

voleindingo

abwenden [wendete/wandte ab; hat abgewendet/abgewandt] Verb

afdraaienv

afkerenv

parerenv

die Agenda [der Agenda; die Agenden] Substantiv

agendasubstantief

dagordesubstantief

zakalmanaksubstantief

anwenden [wandte an/wendete an; hat angewandt/angewendet] Verb

aanwendenv

benuttenv

doorvoerenv

gebruikenv

intoepassingbrengenv

toepassenv

beenden [beendete; hat beendet] Verb

afmakenv

afsluitenv

besluitenv

beëindigenv

uitmakenv

voleindigenv

Beifall spenden

adhesiebetuigen

applaudisserenwerkwoord

12