Nederlands | Engels |
---|---|
een abces vormen werkwoord | abscess(to form an abscess) |
een club vormen werkwoord | club [clubbed, clubbing, clubs](to join together to form a group) |
een tapijt vormen werkwoord | carpet [carpeted, carpeting, carpets](to cover like a carpet) |
een tegengewicht vormen voor werkwoord | counterbalance(to apply weight in order to balance) |
een tegenkracht vormen voor werkwoord | counterbalance(to match or equal in effect when applying opposing force) |
eenvormig bijvoeglijk naamwoord | uniformadjective |
eivorm substantief {m} | ovoid [ovoids](something oval in shape) |
eivormig bijvoeglijk naamwoord | egg-shaped(having the shape of an egg) oval(oval-shaped) ovoid(shaped like an oval) |
gietvorm substantief | mold [molds](hollow form or matrix for shaping a fluid or plastic substance) |
gietvormig bijvoeglijk naamwoord | cookie-cutter(looking or seeming identical) |
goed gevormd bijvoeglijk naamwoord | well-formed(syntactically correct) |
haakvormig bijvoeglijk naamwoord | unciform(of the shape of a hook) |
haakvormig been substantief {n} | hamate bone [hamate bones](one of the wrist bones) |
hartvormig bijvoeglijk naamwoord | heart-shaped(having the supposed shape of a heart) |
hervormd bijvoeglijk naamwoord | Reformed(of the Protestant movement associated with John Calvin) |
hervormer substantief {m} | reformer [reformers](one who reforms, or who works for reform) |
hervorming eigennam {f} | Reformation(religious movement) |
hervormster substantief {f} | reformer [reformers](one who reforms, or who works for reform) |
huidvorming werkwoord {f} | cutify(To form skin) |
kegelvormige schedelboor substantief {m} | abaptiston(trepan with a conical shape) |
kruisvorm substantief {m} | cruciform [cruciforms](the shape of a cross) |
kruisvormig bijvoeglijk naamwoord | cruciform(having the shape of a cross) |
lancetvormig bijvoeglijk naamwoord | lanceolate(botany, mycology: longer than wide, pointed apex) |
levensvorm substantief {m} | lifeform(living organism) |
lijdende vorm substantief {m} | passive voice(grammatical term) |
misvormd bijvoeglijk naamwoord | gnarled(knotty and misshapen) |
misvorming substantief | anomaly [anomalies](biological defect or malformation) |
misvorming substantief {m} | abnormality [abnormalities](something abnormal) monstrosity [monstrosities](State of being monstrous) |
modale vorm substantief | modal [modals](modal form, notably a modal auxiliary) |
modelvormig bijvoeglijk naamwoord | cookie-cutter(looking or seeming identical) |
nevenvorm substantief | collateral form(coexisting form of a word) |
nevenvorm substantief {f} | byform(tangential or subordinate form) |
omgangsvormen substantief {Pl} | manners(etiquette) |
omvormen werkwoord | transmute [transmuted, transmuting, transmutes](to convert one thing into another) |
omvorming substantief {f} | transformation [transformations]noun |
ontkennende vorm bijvoeglijk naamwoord {m} | negative(linguistics: denying a proposition) |
pasvorm substantief {m} | fit [fits](degree to which something fits) |