Nederlands-Duits woordenboek »

malen betekenis in Duits

NederlandsDuits
malen

irre reden

malen werkwoord

delirieren [delirierte; hat deliriert]Verb

mahlen [mahlte; hat gemahlen]Verb

meermalenopvouwen werkwoord

stülpen [stülpte; hat gestülpt]Verb

vermalen werkwoord

mahlen [mahlte; hat gemahlen]Verb