tud meaning in Dutch

Hungarian	Dutch
tud ige	weten◼◼◼werkwoord in staat◼◼◻ kennen◼◼◻werkwoord geloven◼◼◻werkwoord kennis◼◼◻m mogen◼◼◻werkwoord vermogen◼◼◻ in staat zijn om◼◼◻ snappen◼◼◻werkwoord erin slagen◼◻◻werkwoord in staat zijn te◼◻◻ bajes◼◻◻v er iets aan kunnen doen◼◻◻ vooruitziend◼◻◻ kunnenwerkwoord
tud melléknév	berekend◼◻◻bijvoeglijk naamwoord abel◼◻◻bijvoeglijk naamwoord capabel◼◻◻bijvoeglijk naamwoord
tudakozódás főnév	aanvraag◼◼◼v
tudat főnév	bewustzijn◼◼◼o besef◼◼◻o bezinning◼◻◻v
tudat	zich bewust zijn◼◼◻ zich bewust zijn van◼◼◻
tudat ige	informeren◼◼◻werkwoord adverterenwerkwoord
tudatalatti főnév	onderbewustzijn◼◼◼o
tudatalatti főnév pszich	onbewuste◼◼◼o psychologie
tudatalatti melléknév	onderbewust◼◼◻bijvoeglijk naamwoord
tudatlan melléknév	onwetende◼◼◼bijvoeglijk naamwoord onwetend◼◼◼bijvoeglijk naamwoord dom◼◼◻ onkundig◼◻◻bijvoeglijk naamwoord ignorant◼◻◻bijvoeglijk naamwoord
tudatlanság főnév	onwetendheid◼◼◼v onkunde◼◼◻v ignorantie◼◻◻v
tudatos melléknév	bewust◼◼◼bijvoeglijk naamwoord
tudatosság főnév	bewustzijn◼◼◼o besef◼◼◻o

Your history