iker meaning in Dutch

Hungarian	Dutch
iker [ikrek] főnév	tweeling [tweelingen]◼◼◼m
a jó kezdet fél siker	een goed begin is het halve werk◼◼◼
A sebésznek sikerült megmentenie a beteg lábát.	De chirurg heeft het been van de patiënt kunnen behouden.
babér (siker) főnév átv	lauwer [lauweren]m
hegyikerékpár főnév	mountainbike◼◼◼v
házikert főnév	moestuin◼◼◼m
kasszasiker főnév	blockbuster◼◼◼m
kikerget ige	verbannen◼◼◼werkwoord
kikerics főnév	krokus◼◼◼m
kikerül ige	ontwijken◼◼◼werkwoord omzeilen◼◼◼werkwoord uit de weg gaan◼◻◻ voorbijgaan◼◻◻werkwoord ontspringen◼◻◻werkwoord
kikerülhetetlen melléknév	onvermijdelijk◼◼◼bijvoeglijk naamwoord onontkoombaar◼◼◻bijvoeglijk naamwoord
nem sikerül ige	mislukken◼◼◼werkwoord
organizmusok kikerülése	organismen vrijlaten
siker főnév	succes [successen]◼◼◼o
sikeres melléknév	succesvol◼◼◼bijvoeglijk naamwoord geslaagd◼◼◻bijvoeglijk naamwoord voorspoedig◼◻◻bijvoeglijk naamwoord
sikert ér el kifejezés	scoren [scoorde; h. gescoord]◼◼◼werkwoord
sikertelen ige	mislukken◼◼◼werkwoord
sikerül ige	slagen [slaagde; i. geslaagd]◼◼◼werkwoord lukken◼◼◼werkwoord halen◼◼◼werkwoord voorkomen◼◼◻werkwoord gebeuren◼◼◻ erin slagen◼◼◻werkwoord overkomen◼◻◻werkwoord inhalen◼◻◻werkwoord opvolgen◼◻◻werkwoord klaarspelen◼◻◻werkwoord terechtkomen◼◻◻werkwoord voorvallen◼◻◻werkwoord geschieden◼◻◻werkwoord reiken tot
sikerül felszedni vkit kifejezés	scoren [scoorde; h. gescoord]werkwoord informeel
sikerül szexelni vkivel kifejezés	scoren [scoorde; h. gescoord]werkwoord informeel, eufemisme

12 >↑

iker meaning in Dutch

Your history

Online dictionaries

Might be interested