Holländisch-Deutsch Wörterbuch »

weer bedeutet auf Deutsch

HolländischDeutsch
weer

von neuem

weer substantief

die Abwehr [der Abwehr]Substantiv

das Wehr [des Wehres/Wehrs; die Wehren]Substantiv

weer bijvoeglijk naamwoord

abermaligAdjektiv

weer bijwoord

abermalsAdverb

wiederAdverb

zurückAdverb

weer o

die WetterSubstantiv

weer v

wiederholtVerb

weer o
Jägersprache

die Witterung [der Witterung; die Witterungen] (Wetter während eines bestimmten Zeitraums)Substantiv

weer-

rück-

wieder-

zurück-

weer- bijwoord

wiederAdverb

zurückAdverb

weergaan werkwoord

zurückkehren [kehrte zurück; ist zurückgekehrt]Verb

weergaas bijvoeglijk naamwoord

teuflisch [teuflischer; am teuflischsten]Adjektiv

weergalm m

der Widerhall [des Widerhall(e)s; die Widerhalle]Substantiv

weergaloos bijvoeglijk naamwoord

beispiellos [beispielloser; am beispiellosesten]Adjektiv

weergeven v

vergelten [vergalt; hat vergolten]Verb

wiedergeben [gab wieder; hat wiedergegeben]Verb

zurückgeben [gab zurück; hat zurückgegeben]Verb

weerglans m

der Widerschein [des Widerscheins|Widerscheines; die Widerscheine]Substantiv

weerhouden v

zurückhalten [hielt zurück; hat zurückgehalten]Verb

weerkaatsen werkwoord

rückstrahlen

weerkaatsen v

reflektieren [reflektierte; hat reflektiert]Verb

weerklank m

der Widerhall [des Widerhall(e)s; die Widerhalle]Substantiv

weerklank o

das Echo [des Echos; die Echos]Substantiv

weerkunde substantief

die Meteorologie [der Meteorologie; —]Substantiv

weerleggen werkwoord

refutieren

wiederlegen

weerlegging substantief

die Widerlegung [der Widerlegung; die Widerlegungen]Substantiv

weermacht substantief

die Armee [der Armee; die Armeen]Substantiv

weermacht o

das Heer [des Heeres, des Heers; die Heere]Substantiv

weermacht v

rmee

weerom bijwoord

zurückAdverb

weerschijn m

der Widerschein [des Widerscheins|Widerscheines; die Widerscheine]Substantiv

weersomstandigheden o

die WetterSubstantiv

weersomstandigheden o
Jägersprache

die Witterung [der Witterung; die Witterungen] (Wetter während eines bestimmten Zeitraums)Substantiv

weerspannig bijvoeglijk naamwoord

abtrünnigAdjektiv

12