Holland-Német szótár »

met németül

HollandNémet
met bijvoeglijk naamwoord

betreffendAdjektiv

mitAdjektiv

met bijwoord

durchAdverb

met o

an

anbelangt

gegen

gegenüber

in Begleitung von

kraft

mittelst

um

vermittels

von

wider

zusammen mit

zuzüglich

über

metaal o

das Metall [des Metall(e)s; die Metalle]Substantiv

metaalbewerking substantief

die Metallurgie [der Metallurgie; —]Substantiv

metaaldraad m

der Draht [des Drahts, des Drahtes; die Drähte]Substantiv

metaalfolie substantief

die Folie [der Folie; die Folien]Substantiv

metaalmengsel substantief

die Legierung [der Legierung; die Legierungen]Substantiv

metaalschuim substantief

die Schlacke [der Schlacke; die Schlacken]Substantiv

metafoor substantief

die Metapher [der Metapher; die Metaphern]Substantiv

metafysica substantief

die Metaphysik [der Metaphysik; —]Substantiv

metafysisch bijvoeglijk naamwoord

übersinnlichAdjektiv

metalen bijvoeglijk naamwoord

metallischAdjektiv

metalgemenestemmen bijvoeglijk naamwoord

einhellig [einhelliger; am einhelligsten]Adjektiv

metallurgie substantief

die Metallurgie [der Metallurgie; —]Substantiv

metamorfose substantief

die Metamorphose [der Metamorphose; die Metamorphosen]Substantiv

metbetrekkingtot

betreffs

metbetrekkingtot bijvoeglijk naamwoord

bezüglichAdjektiv

metbronsbedekken werkwoord

bronzieren [bronzierte; hat bronziert]Verb

metdat interrogative word

dabeiinterrogative word

metdezweepgeven

kasteien

metdezweepgeven v

peitschen [peitschte; hat gepeitscht]Verb

meteen bijvoeglijk naamwoord

umgehendAdjektiv

meteen bijwoord

alsbaldAdverb

flugsAdverb

gleichAdverb

12