Holland | Angol |
---|---|
warm houden werkwoord | warm [warmed, warming, warms](to make or keep warm) |
zich bezighouden met werkwoord | handle [handled, handling, handles]((rare in English) to accustom to the hand; to take care of with the hands) |
zich houden aan werkwoord | abide by(remain faithful to something or someone) |
zich inhouden werkwoord | forbear [forbore, forborne, forbearing, forbears](to control oneself when provoked) |
zich onthouden werkwoord | abstain [abstained, abstaining, abstains](refrain from) |
zich onthouden werkwoord {n} | forbear [forbore, forborne, forbearing, forbears](to keep away from) |
zich onthouden van werkwoord | forgo [forwent, forgone, forgoing, forgoes](to do without) refrain [refrained, refraining, refrains](to abstain (from)) |
zich onthoudend bijvoeglijk naamwoord | abstinent(refraining from indulgence) |
zijn eigen broek ophouden werkwoord | bring home the bacon(to make a living) |
zijn hoofd boven water houden werkwoord | keep one's head above water(survive) |
zijn mond houden werkwoord | clam up(become silent) |