German-Dutch dictionary »

verletzen [verletzte; hat verletzt] meaning in Dutch

Results: verletzen
I'd rather look for this: verletzen [verletzte; hat verletzt]
GermanDutch
verletzen [verletzte; hat verletzt] Verb

bedervenv

beledigenv

beschadigenv

grievenv

havenenv

krenkenv

kwetsenv

schendenv

stukmakenv

toetakelenv

verongelijkenv

verwondenv

wondenv

verletzend Adjektiv

beledigendbijvoeglijk naamwoord

grievendbijvoeglijk naamwoord

krenkendbijvoeglijk naamwoord