English-Dutch dictionary »

lesbian meaning in Dutch

EnglishDutch
lesbian [lesbians] (homosexual woman)
noun
[UK: ˈlez.bɪən]
[US: ˈlez.biən]

lesbisubstantief
{f}

lesbiennesubstantief
{f}

lesbosubstantief
{f}

lesbian (of a woman: preferring women partners)
adjective
[UK: ˈlez.bɪən]
[US: ˈlez.biən]

lesbischbijvoeglijk naamwoord