Engels-Nederlands woordenboek »

sickening betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
sickening (causing sickness or disgust)
adjective
[UK: ˈsɪk.ən.ɪŋ]
[US: ˈsɪk.ən.ɪŋ]

misselijkmakendbijvoeglijk naamwoord

walgelijkbijvoeglijk naamwoord

ziekmakendbijvoeglijk naamwoord

Zoek geschiedenis