Engels | Nederlands |
---|---|
feeble [feebler, feeblest] (deficient in physical strength) adjective [UK: ˈfiːb.l̩] [US: ˈfiːb.l̩] | zwakbijvoeglijk naamwoord |
feeble-minded (unintelligent) adjective [UK: ˌfiːbl ˈmaɪn.dɪd] [US: ˌfiːbl ˈmaɪn.dɪd] | zwak begaafdbijvoeglijk naamwoord |