Engels-Nederlands woordenboek »

dirt betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
dirt (soil or earth)
noun
[UK: dɜːt]
[US: ˈdɝːt]

aardesubstantief
{f}

dirt (unclean matter)
noun
[UK: dɜːt]
[US: ˈdɝːt]

vuilsubstantief
{n}

dirt-poor (very poor)
adjective

straatarmbijvoeglijk naamwoord

dirty [dirtied, dirtying, dirties] (to make dirty)
verb
[UK: ˈdɜː.ti]
[US: ˈdɝː.ti]

bevuilenwerkwoord

dirty [dirtier, dirtiest] (covered with or containing dirt)
adjective
[UK: ˈdɜː.ti]
[US: ˈdɝː.ti]

smerigbijvoeglijk naamwoord

viesbijvoeglijk naamwoord

vuilbijvoeglijk naamwoord

dirty [dirtier, dirtiest] (dishonourable, violating standards or rules)
adjective
[UK: ˈdɜː.ti]
[US: ˈdɝː.ti]

grofbijvoeglijk naamwoord

oneerlijkbijvoeglijk naamwoord

dirty [dirtier, dirtiest] (morally unclean, obscene or indecent)
adjective
[UK: ˈdɜː.ti]
[US: ˈdɝː.ti]

obsceenbijvoeglijk naamwoord

schunnigbijvoeglijk naamwoord

vulgairbijvoeglijk naamwoord

dirty bomb (device containing conventional explosives and radioactive material)
noun

vuile bomsubstantief
{f}

dirty money (money illegally gained)
noun

zwart geldsubstantief
{n}

air one's dirty laundry in public verb

de vuile was buiten hangenwerkwoord