Duits-Nederlands woordenboek »

höflich betekenis in Nederlands

DuitsNederlands
höflich [höflicher; am höflichsten] Adjektiv

beleefdbijvoeglijk naamwoord

galantbijvoeglijk naamwoord

heusbijvoeglijk naamwoord

hoffelijkbijvoeglijk naamwoord

welgemanierdbijvoeglijk naamwoord

wellevendbijvoeglijk naamwoord

Höflichkeiten erweisen

complimenterenwerkwoord

Zoek geschiedenis