Duits-Nederlands woordenboek »

genesen [genas; ist genesen] betekenis in Nederlands

Resultaten: genesen
Ik zoek liever dit: genesen [genas; ist genesen]
DuitsNederlands
genesen [genas; ist genesen] Verb

betermakenwerkwoord

beterwordenwerkwoord

genezenwerkwoord

helenwerkwoord

die Genesis [der Genesis; die Genesen] Substantiv

Genesissubstantief

oorsprongsubstantief

Scheppingsboeksubstantief

scheppingsverhaalsubstantief

wordingsgeschiedenissubstantief