Duits-Nederlands woordenboek »

dann betekenis in Nederlands

DuitsNederlands
dann Adverb

achterafbijwoord

daarnabijwoord

danbijwoord

destijdsbijwoord

naderhandbijwoord

toenbijwoord

toenmaalsbijwoord

toentertijdbijwoord

vervolgensbijwoord

dann und wann

afentoe

bijtijdenwijlen

bijwijlen

nuendan

vantijdtottijd

alsdann Adverb

danbijwoord

destijdsbijwoord

toenbijwoord

toenmaalsbijwoord

toentertijdbijwoord